'De Drie Paternosters' (1605)
Smalle Haven 19
Het pand stond op het achtererf van Orthenstraat 34. Deze situatie was ontstaan na de ontmanteling van de stadsmuur toen de helft van de muur met de ervoor liggende grond ter breedte van 31½ voet (= 9,06 m) in 1356 verkocht werd aan de bezitters van de huizen aan de Orthenstraat. Wanneer het gedeelte aan de Haven van het hoofderf gescheiden is, weten we niet. Mogelijk is dit in de tweede helft van de 16de eeuw
| 473 |
gebeurd, aangezien de hertogcijns voor Orthenstraat 34, in 1520 nog ter grootte van 7½ 'penning' (voor een perceelsbreedte van 18 voet), in 1573 niet meer vermeld wordt. Hierbij kan ook geregeld zijn dat het erf aan de Orthenstraat een uitgang zou krijgen naar de Haven. Ter rechterzijde van het pand bevond zich tot de sloop in 1930 een overbouwde steeg. Deze ontsloot het binnenterrein maar behoorde niet tot het pand.
Uit een verbouwingstekening uit 1908 blijkt dat het niet onderkelderde pand twee bouwlagen met kap omvatte. Het bezat toen enkelvoudige balklagen. Een dwarsmuur ter plaatse van de voormalige stadsmuur verdeelde het in twee gedeelten.
| 474 |
Literatuur
MOSMANS, Oude namen van huizen en straten te 's-Hertogenbosch ('s-Hertogenbosch 1907) 748a; THG R 393; VAN SASSE VAN YSSELT, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch, alsmede hunne eigenaars of bewoners in vroegere eeuwen I-III ('s-Hertogenbosch 1911-1914) I 130.
A. van Drunen, 's-Hertogenbosch van straet tot stroom (Zwolle - Zeist 2006) 473-474